Actualisatie strategisch verkeersmodel StraVeM
23097
De Provincie Utrecht gebruikt het strategische verkeersmodel StraVeM om mobiliteitsanalyses uit te voeren, maar stuit daarbij op enkele uitdagingen. TML biedt advies voor verbetering, met nadruk op het verfijnen van toedelingen, zonering en netwerk, en stelt een prioriteitenlijst op voor toekomstige aanpassingen.
Om de mobiliteit van haar inwoners te optimaliseren, liet de Provincie Utrecht een strategisch verkeersmodel ontwikkelen, StraVeM, waarvan ze begin 2023 een nieuwe versie kregen. Met dit model kan de provincie gericht analyses uitvoeren en plannen maken voor verschillende vervoerswijzen (auto, fiets en openbaar vervoer). Er zijn echter enkele uitdagingen die het gebruik van het model bemoeilijken. Daarom heeft de Provincie Utrecht TML gevraagd advies te geven over specifieke onderzoeksvragen.
Deze vragen betreffen onder andere de uitgangspunten voor prognosejaren, de keuze van het basisjaar, rekentijd, zonering, de aanpak van verkeersregelinstallaties (VRI’s) en kruispuntmodellering en de aanpak van netwerkfouten.
Over het algemeen blijkt dat de modelaanpak vaak goed is, maar dat er ruimte is voor verbetering in de praktische uitvoering en bij bepaalde modelkeuzes. We adviseerden daarom een gedeeltelijke actualisatie, met de nadruk op het verbeteren van toedelingen, zonering en netwerk. We stelden een lijst met aanbevelingen op en kenden aan elke aanbeveling een prioriteit toe.
Om de mobiliteit van haar inwoners te optimaliseren, liet de Provincie Utrecht een strategisch verkeersmodel ontwikkelen, StraVeM, waarvan ze begin 2023 een nieuwe versie kregen. Met dit model kan de provincie gericht analyses uitvoeren en plannen maken voor verschillende vervoerswijzen (auto, fiets en openbaar vervoer). Er zijn echter enkele uitdagingen die het gebruik van het model bemoeilijken. Daarom heeft de Provincie Utrecht TML gevraagd advies te geven over specifieke onderzoeksvragen.
Deze vragen betreffen onder andere de uitgangspunten voor prognosejaren, de keuze van het basisjaar, rekentijd, zonering, de aanpak van verkeersregelinstallaties (VRI’s) en kruispuntmodellering en de aanpak van netwerkfouten.
Over het algemeen blijkt dat de modelaanpak vaak goed is, maar dat er ruimte is voor verbetering in de praktische uitvoering en bij bepaalde modelkeuzes. We adviseerden daarom een gedeeltelijke actualisatie, met de nadruk op het verbeteren van toedelingen, zonering en netwerk. We stelden een lijst met aanbevelingen op en kenden aan elke aanbeveling een prioriteit toe.