Evaluatie trans-Siberische spoorlijn
10.63
Van 2010 tot 2011
TML leidde de technische uitvoering van een studie voor FESCO en MITSUI, waarbij het WereldContainerModel werd toegepast om het containervervoer over de trans-Siberische spoorlijn te analyseren. TML zorgde voor de integratie tussen het softwarepakket OmniTRANS en het model, wat resulteerde in inzichten over prijselasticiteit en optimale tarieven voor het vervoer via deze route.
TML en TNO hebben FESCO en MITSUI geholpen bij de ontwikkeling van een businesscase voor het in gebruik nemen van nieuwe diensten over de trans-Siberische spoorlijncorridor (TSR). Om het volume containers over de nieuwe landbrug te schatten is het WereldContainerModel (WCM) toegepast.
Het WCM werd ontwikkeld bij TNO in 2008. De belangrijkste functie van het model is de distributie van globale goederenstromen over concurrerende routealternatieven berekenen. Deze routealternatieven kunnen zowel overzeese routes als landbruggen - zoals de trans-Siberische spoorlijn - omvatten.
De studie voor FESCO omvatte de volgende stappen:
TML was verantwoordelijk voor de technische projectleiding en de communicatie tussen het softwarepakket OmniTRANS en het wereldcontainermodel. OmniTRANS werd gebruikt voor gegevensbeheer, netwerkbewerking en de presentatie van de resultaten; de effectieve berekeningen zijn volledig door het WereldContainerModel uitgevoerd.
Uit de studie blijkt – per NSTR-goederentype en in functie van de concurrerende maritieme tarieven – wat de prijselasticiteit en de optimale prijszetting zijn om zo rendabel mogelijk goederen over de trans-Siberische spoorlijn te vervoeren.
TML en TNO hebben FESCO en MITSUI geholpen bij de ontwikkeling van een businesscase voor het in gebruik nemen van nieuwe diensten over de trans-Siberische spoorlijncorridor (TSR). Om het volume containers over de nieuwe landbrug te schatten is het WereldContainerModel (WCM) toegepast.
Het WCM werd ontwikkeld bij TNO in 2008. De belangrijkste functie van het model is de distributie van globale goederenstromen over concurrerende routealternatieven berekenen. Deze routealternatieven kunnen zowel overzeese routes als landbruggen - zoals de trans-Siberische spoorlijn - omvatten.
De studie voor FESCO omvatte de volgende stappen:
- Afstemmen van het nieuwe basisjaar in het model op gegevens van FESCO en MITSU.
- Ontwikkeling van de basisvoorspelling voor een toekomstig jaar en ontwikkeling van de te evalueren scenario’s.
- Modeltoepassing en interpretatie van de resultaten.
TML was verantwoordelijk voor de technische projectleiding en de communicatie tussen het softwarepakket OmniTRANS en het wereldcontainermodel. OmniTRANS werd gebruikt voor gegevensbeheer, netwerkbewerking en de presentatie van de resultaten; de effectieve berekeningen zijn volledig door het WereldContainerModel uitgevoerd.
Uit de studie blijkt – per NSTR-goederentype en in functie van de concurrerende maritieme tarieven – wat de prijselasticiteit en de optimale prijszetting zijn om zo rendabel mogelijk goederen over de trans-Siberische spoorlijn te vervoeren.
