Update van de elasticiteiten in het HERMIN-model
10.21
2010
TML ondersteunde TNO bij de ontwikkeling van een regionaal CGE-model, waarbij schaduwprijzen werden berekend om investeringen in het EU-cohesiebeleid te evalueren. TML verbeterde het model door schaduwprijzen te benaderen en de nauwkeurigheid van de resultaten te verbeteren.
In deze studie werden het HERMIN-model en een regionaal CGE-model voor vijf Europese landen (Duitsland, Polen, Slowakije, Tsjechië en Hongarije) vergeleken en tegen elkaar uitgezet voor de berekening van spillover elasticiteiten. Deze elasticiteiten werden toegepast binnen het HERMIN-model. Ze worden gebruikt voor het bepalen van het effect van investeringen in het kader van het EU-cohesiebeleid. Een aanpak werd ontwikkeld om de spillover elasticiteiten van het CGE-model te bepalen met behulp van echte investeringsprojecten. De centrale gedachte van het project was dat de impact van investeringen in fysieke infrastructuur, onderzoek en menselijk kapitaal op innovatie (gemeten in Totale Factor Productiviteit) moeten worden geëvalueerd door een CGE-model en microgefundeerd moeten zijn. We vergeleken de twee modellen en namen maatregelen om de samenhang tussen de twee modellen te verbeteren.
TML ondersteunde projectleider TNO bij de verdere ontwikkeling van het CGE-model en de berekening van schaduwprijzen. Schaduwprijzen worden gedefinieerd als een marginale verandering in de welvaartsindicator in verhouding met een verandering in een eenheid van een productiefactor, goed of dienst. Deze cijfers kunnen worden gebruikt voor toepassingen in kosten-batenanalyses (CBA).
TML benaderde de schaduwprijzen, op basis van omrekeningsfactoren, die direct bepaald werden uit kleine schokken in de inputfactoren of prijzen in het model. Daarnaast stelden we voor een aantal verbeteringen in het CGE-model aan te brengen om onjuiste resultaten te voorkomen. Deze voorstellen omvatten
Het CGE-model dat werd gebruikt in deze studie was een prototype van het RHOMOLO-model, nu in volle ontwikkeling bij het Joint Research Center (JRC) van de Europese Commissie. TML was niet betrokken bij de verdere ontwikkeling van het RHOMOLO-model na dit onderzoek en heeft momenteel geen toegang noch gebruiksrecht van het model.
Voor vragen over het gebruik van RHOMOLO verwijzen we naar het ontwikkelingsteam van RHOMOLO bij JRC.
In deze studie werden het HERMIN-model en een regionaal CGE-model voor vijf Europese landen (Duitsland, Polen, Slowakije, Tsjechië en Hongarije) vergeleken en tegen elkaar uitgezet voor de berekening van spillover elasticiteiten. Deze elasticiteiten werden toegepast binnen het HERMIN-model. Ze worden gebruikt voor het bepalen van het effect van investeringen in het kader van het EU-cohesiebeleid. Een aanpak werd ontwikkeld om de spillover elasticiteiten van het CGE-model te bepalen met behulp van echte investeringsprojecten. De centrale gedachte van het project was dat de impact van investeringen in fysieke infrastructuur, onderzoek en menselijk kapitaal op innovatie (gemeten in Totale Factor Productiviteit) moeten worden geëvalueerd door een CGE-model en microgefundeerd moeten zijn. We vergeleken de twee modellen en namen maatregelen om de samenhang tussen de twee modellen te verbeteren.
TML ondersteunde projectleider TNO bij de verdere ontwikkeling van het CGE-model en de berekening van schaduwprijzen. Schaduwprijzen worden gedefinieerd als een marginale verandering in de welvaartsindicator in verhouding met een verandering in een eenheid van een productiefactor, goed of dienst. Deze cijfers kunnen worden gebruikt voor toepassingen in kosten-batenanalyses (CBA).
TML benaderde de schaduwprijzen, op basis van omrekeningsfactoren, die direct bepaald werden uit kleine schokken in de inputfactoren of prijzen in het model. Daarnaast stelden we voor een aantal verbeteringen in het CGE-model aan te brengen om onjuiste resultaten te voorkomen. Deze voorstellen omvatten
- een update in de berekening van de sociale indicator,
- herijking van de regionale handelssaldi en
- enkele kleine wijzigingen aan de kalibratie van het model.
Het CGE-model dat werd gebruikt in deze studie was een prototype van het RHOMOLO-model, nu in volle ontwikkeling bij het Joint Research Center (JRC) van de Europese Commissie. TML was niet betrokken bij de verdere ontwikkeling van het RHOMOLO-model na dit onderzoek en heeft momenteel geen toegang noch gebruiksrecht van het model.
Voor vragen over het gebruik van RHOMOLO verwijzen we naar het ontwikkelingsteam van RHOMOLO bij JRC.