Onderzoek naar onbemande vaart en overslag
21053
Van 2021 tot 2022
Schaalvergroting in de binnenvaart is noodzakelijk om competitief te blijven, maar dit bedreigt kleinere schepen en waterwegen in de Kempen en Limburg. Deze studie onderzocht manieren om kosten te besparen door automatisering van het varen en het laden en lossen, evenals het potentieel van alternatieve aandrijvingsvormen. TML droeg bij aan de uitwerking van business cases en operationele parameters in samenwerking met lokale actoren en experts.
In de sector van de binnenvaart is schaalvergroting nodig om competitief te zijn. Dit gaat echter ten koste van de kleine schepen en waterwegen die zo typisch zijn voor de Kempen en Limburg. Daarenboven maken personeels- en overslagkosten een belangrijk deel uit van de totale kost van de kleine binnenvaart. In deze studie onderzochten we manieren om hierop te besparen, bijvoorbeeld door in te zetten op automatisering van zowel het varen zelf, als van het laden en lossen. Daarnaast onderzochten we het potentieel van alternatieve aandrijvingsvormen voor deze schepen.
Voor kleine waterwegen blijkt innovatie en automatisatie een must. Vooral op deze waterwegen krijgt de traditionele binnenvaart het steeds moeilijker en dreigt deze transportmodaliteit zelfs te verdwijnen. Uit onze analyse bleek dat technologisch al heel wat mogelijk is, zowel op vlak van het varen als op vlak van het overslaan. Verder gaven de berekeningen van de totale maatschappelijke kosten aan dat innovatieve binnenvaart op de kleine waterwegen wel degelijk kansen heeft indien aan een aantal voorwaarden voldaan worden, zoals beschikbaarheid van voldoende volumes en de bereidwilligheid van de betrokken partijen. Uit de studie van de alternatieve krachtbronnen bleek verder dat een elektrische aandrijving allicht het meest geschikt is voor de binnenvaart op kleine waterwegen, waarbij de energie geleverd wordt uit batterijen of via een dual fuel generator op duurzame brandstof.
Door middel van gesprekken met lokale experts brachten we het marktpotentieel (met randvoorwaarden) in kaart. Technische experts van de KU Leuven stelden een overzicht op van de technologische mogelijkheden (reeds bestaand of op relatief korte termijn te ontwikkelen), zowel op vlak van autonoom varen als op vlak van aandrijving. Daarna werkten we, in samenspraak met de opdrachtgever en de lokale bedrijven, een aantal business cases uit, waarbij we in de scenario’s met name rekening hielden met besparingen op personeels- en overslagkosten.
TML werkte in deze studie mee aan de uitwerking van de business case en de vertaling van de technische aspecten naar de economische context. We voerden mee de gesprekken met de lokale actoren en werkten de operationele en economische parameters uit.
De Provinciale Ontwikkelingsmaatschappij Limburg kan op basis van dit rapport concrete stappen zetten met de betrokken bedrijven om proefprojecten op te zetten, eventueel in samenwerking met De Vlaamse Waterweg, die zelf ook reeds dergelijke projecten heeft lopen in andere Vlaamse regio’s.
In de sector van de binnenvaart is schaalvergroting nodig om competitief te zijn. Dit gaat echter ten koste van de kleine schepen en waterwegen die zo typisch zijn voor de Kempen en Limburg. Daarenboven maken personeels- en overslagkosten een belangrijk deel uit van de totale kost van de kleine binnenvaart. In deze studie onderzochten we manieren om hierop te besparen, bijvoorbeeld door in te zetten op automatisering van zowel het varen zelf, als van het laden en lossen. Daarnaast onderzochten we het potentieel van alternatieve aandrijvingsvormen voor deze schepen.
Voor kleine waterwegen blijkt innovatie en automatisatie een must. Vooral op deze waterwegen krijgt de traditionele binnenvaart het steeds moeilijker en dreigt deze transportmodaliteit zelfs te verdwijnen. Uit onze analyse bleek dat technologisch al heel wat mogelijk is, zowel op vlak van het varen als op vlak van het overslaan. Verder gaven de berekeningen van de totale maatschappelijke kosten aan dat innovatieve binnenvaart op de kleine waterwegen wel degelijk kansen heeft indien aan een aantal voorwaarden voldaan worden, zoals beschikbaarheid van voldoende volumes en de bereidwilligheid van de betrokken partijen. Uit de studie van de alternatieve krachtbronnen bleek verder dat een elektrische aandrijving allicht het meest geschikt is voor de binnenvaart op kleine waterwegen, waarbij de energie geleverd wordt uit batterijen of via een dual fuel generator op duurzame brandstof.
Door middel van gesprekken met lokale experts brachten we het marktpotentieel (met randvoorwaarden) in kaart. Technische experts van de KU Leuven stelden een overzicht op van de technologische mogelijkheden (reeds bestaand of op relatief korte termijn te ontwikkelen), zowel op vlak van autonoom varen als op vlak van aandrijving. Daarna werkten we, in samenspraak met de opdrachtgever en de lokale bedrijven, een aantal business cases uit, waarbij we in de scenario’s met name rekening hielden met besparingen op personeels- en overslagkosten.
TML werkte in deze studie mee aan de uitwerking van de business case en de vertaling van de technische aspecten naar de economische context. We voerden mee de gesprekken met de lokale actoren en werkten de operationele en economische parameters uit.
De Provinciale Ontwikkelingsmaatschappij Limburg kan op basis van dit rapport concrete stappen zetten met de betrokken bedrijven om proefprojecten op te zetten, eventueel in samenwerking met De Vlaamse Waterweg, die zelf ook reeds dergelijke projecten heeft lopen in andere Vlaamse regio’s.