Economische effecten van btw-tarieven op personenvervoer
12.71
Van 2013 tot 2014
In deze studie voor DG TAXUD heeft TML, samen met CASE en IHS, onderzocht wat de effecten zijn van de tariefzetting voor btw op de markt voor personenvervoer (via de weg, spoor, lucht en in mindere mate water) in de Europese Unie.
In een eerste fase brachten TML en CASE de huidige toestand van de markt voor commercieel personenvervoer in kaart. Op basis van gegevens uit TREMOVE en ETISplus becijferde TML de vraag naar transport (in aantal trips en aantal passagierskilometers) in de verschillende transportmodi en geografisch markten (stedelijk/nationaal niet stedelijk/internationaal intra-EU/internationaal extra-EU). Hiermee kon dan de omvang van eventuele marktverstoringen ingeschat worden.
De belangrijkste conclusies waren als volgt:
Vervolgens werd op basis van de verzamelde gegevens een lijst opgesteld met mogelijke marktverstoringen.
Tot slot dienden we een inschatting te maken van mogelijke beleidsmaatregelen die deze verstoringen kunnen aanpakken. De doorrekening van deze scenario’s gebeurde met drie modellen: het TREMOVE-model (voor macro-vraageffecten en inkomsten uit tickets en btw), het EDIP-model (voor effecten op de economie als geheel) en een voor dit project ontworpen city pair model (voor gedetailleerde schattingen van de transportvraag op bepaalde trajecten).
De doorgerekende scenario’s zijn:
De beoordeling van elk van de scenario’s vindt u terug in het eindrapport in bijlage. In het algemeen zijn de verwachte effecten op transportvraag klein tot matig, hoewel er zich grote veranderingen kunnen voordoen op het niveau van individuele marktspelers.
In een eerste fase brachten TML en CASE de huidige toestand van de markt voor commercieel personenvervoer in kaart. Op basis van gegevens uit TREMOVE en ETISplus becijferde TML de vraag naar transport (in aantal trips en aantal passagierskilometers) in de verschillende transportmodi en geografisch markten (stedelijk/nationaal niet stedelijk/internationaal intra-EU/internationaal extra-EU). Hiermee kon dan de omvang van eventuele marktverstoringen ingeschat worden.
De belangrijkste conclusies waren als volgt:
- Nationaal verkeer vertegenwoordigt 99% van het aantal trips, maar slechts 2/3 van het aantal persoonskilometers.
- In steden is de metro het meest gebruikte vervoersmiddel (46% van alle trips), maar de langste trips worden gedaan met de trein. Bus zit tussen beide in.
- Luchttransport is vooral binnen de internationale markten van belang, maar ook 7% van de binnenlandse persoonskilometers worden met het vliegtuig afgelegd (komt overeen met 0,5% van de trips).
- De meeste binnenlandse trips worden gedaan met de bus (meer dan 80%), vooral voor korte afstanden.
- Spoorvervoer is vooral in West-Europa een grote marktspeler.
Vervolgens werd op basis van de verzamelde gegevens een lijst opgesteld met mogelijke marktverstoringen.
Tot slot dienden we een inschatting te maken van mogelijke beleidsmaatregelen die deze verstoringen kunnen aanpakken. De doorrekening van deze scenario’s gebeurde met drie modellen: het TREMOVE-model (voor macro-vraageffecten en inkomsten uit tickets en btw), het EDIP-model (voor effecten op de economie als geheel) en een voor dit project ontworpen city pair model (voor gedetailleerde schattingen van de transportvraag op bepaalde trajecten).
De doorgerekende scenario’s zijn:
- Output btw wordt in alle intra-EU-markten op nationale standaardniveaus gebracht (bv. voor BE: 21%).
- Output btw wordt in alle intra-EU-markten op nationale gereduceerde niveaus gebracht (bv. voor BE: 6%).
- Zoals scenario 1, maar de plaats van belasting verandert van prestatie naar oorsprong.
- Zoals scenario 2, maar de plaats van belasting verandert van prestatie naar oorsprong.
- Huidige btw-voeten blijven ongewijzigd, maar de plaats van belasting verandert van prestatie naar oorsprong.
- Huidige btw-voeten ongewijzigd, maar artikel 148 van de richtlijn m.b.t. vrijstellingen voor lucht- en zeevaart wordt afgeschaft.
- Zoals scenario 6, maar i.p.v. afschaffing artikel 148 worden de vrijstellingen uitgebreid naar alle modi.
- Zoals scenario 4, maar ook extra-EU-vervoer wordt belast.
- Zoals scenario 8, maar alle niet-btw-taksen worden afgeschaft (gezien deze als quasi-btw kunnen worden gezien).
- Administratieve vereenvoudiging voor btw-aangifte over landsgrenzen heen.
- Btw-voeten voor nationaal transport blijven ongewijzigd, maar alle internationaal transport krijgt een btw-voet van 0%.
De beoordeling van elk van de scenario’s vindt u terug in het eindrapport in bijlage. In het algemeen zijn de verwachte effecten op transportvraag klein tot matig, hoewel er zich grote veranderingen kunnen voordoen op het niveau van individuele marktspelers.