Reboundeffecten van milieumaatregelen

12.49
2013
TML onderzocht het reboundeffect op Vlaams niveau, waarbij het concept werd uitgelegd en geïllustreerd met twee casestudy's over transport en energie. De bevindingen tonen aan dat efficiëntiewinsten in Vlaanderen, zoals telewerken en verbeteringen in de petrochemie, kunnen leiden tot extra energieverbruik, waardoor de realisatie van energie- en milieuobjectieven bemoeilijkt wordt.


In dit project onderzochten we hoe het reboundeffect speelt op Vlaams niveau. Eerst hebben we het concept reboundeffect op een onderbouwde en gestructureerde wijze uiteengezet en voorzien van voorbeelden. Daarna illustreerden we het reboundeffect op Vlaams niveau met behulp van twee cases (een rond transport en een rond energie).


Het begrip reboundeffect laat zich best uitleggen door middel van een voorbeeld. Stel dat het gebruik van bijkomende isolatie, bij onveranderd gedrag, leidt tot een energiebesparing van 20%. Dan spreken we van een reboundeffect indien de werkelijke besparing kleiner of groter is dan deze 20%. De winst in efficiëntie zorgt voor een besparing die tot een gedragsverandering leidt, namelijk extra consumptie.

De reboundeffecten of gedragsveranderingen spelen zowel direct (via extra consumptie van energie- of milieugoederen) als indirect (via extra consumptie van andere goederen) een rol. Deze laatste veroorzaken uiteindelijk ook extra verbruik van energie- of milieugoederen. Daarnaast zijn er brede economische effecten die doorwerken in de gehele economie. Deze spelen vooral bij de producenten, want die maken immers intermediaire producten voor andere producenten. Een prijsdaling voor een intermediair product vertaalt zich in tal van andere finale (of andere intermediaire) producten. Op die manier vindt de prijsdaling zijn weg in de hele economie met een verhoging van het energieverbruik en/of milieubelasting als gevolg, het reboundeffect.

Een reboundeffect is klassiek economisch gezien niet noodzakelijk slecht. Een efficiëntiewinst laat de consument toe een besparing te realiseren. Deze besparing kan de consument gebruiken om extra energie en andere goederen te verwerven die hij anders niet had kunnen verwerven. Hij verhoogt zo zijn welvaart. Efficiëntiewinsten komen op deze manier ook de economische groei ten goede. Dit betekent niet dat het reboundeffect genegeerd mag worden. Bij het maken van prognoses voor het behalen van bepaalde objectieven met betrekking tot energie- of andere milieuobjectieven is het belangrijk rekening te houden met een reboundeffect. Indien men geen rekening houdt met het bestaan van reboundeffecten, kan het moeilijk worden om de vooropgestelde energie- of milieuobjectieven te behalen.

De gevalstudies van TML bevestigen dat het reboundeffect ook in Vlaanderen speelt:
  • Telewerken levert een energiebesparing op voor de woon-werkverplaatsingen, maar die besparing kan volledig tenietgedaan worden door een hoger energieverbruik thuis en door bijkomende, andere verplaatsingen.
  • Een efficiëntieverbetering in de petrochemie zorgt voor meer energieverbruik in Vlaanderen.
  • Een efficiëntieverbetering in de dienstensector verlaagt het energieverbruik in Vlaanderen als geheel meer dan de loutere energiewinst in de dienstensector.

Periode

2013

Opdrachtgever

Vlaamse overheid, Departement Leefmilieu, Natuur en Energie, Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid

Partners

Stef Proost (KU Leuven), Sandra Rousseau (KU Leuven en HUB)

Ons team

Eef Delhaye, Rodric Frederix, Christophe Heyndrickx
© 2025 Transport & Mobility Leuven | Westsite: Online Oplossingen en Webdesign