Analyse van de verkeerscongestie in België
07.15
Van 2008 tot 2009
TML analyseerde voor de FOD Mobiliteit en Vervoer de omvang van filevorming en de gevolgen ervan in België, waarbij zowel autosnelwegen als regionale en stedelijke wegen werden onderzocht. Het team gebruikte verkeersgegevens van lusdetectoren en gsm/gps-probes om een gedetailleerd inzicht te krijgen in de verkeerssituatie.
Transport & Mobility Leuven voerde in opdracht van de FOD Mobiliteit en Vervoer een studie uit die voor België de grootte van de filevorming en haar gevolgen in kaart bracht. Een innovatief aspect aan deze studie was dat ze de filevorming bekeek voor zowel het autosnelwegennet als de regionale en stedelijke wegennetten. Hiervoor werden verkeersgegevens aangewend die gebaseerd zijn op metingen van lusdetectoren (START-SITTER) en gsm/gps-probes (Be-Mobile).
De voornaamste resultaten van de studie waren als volgt:
Op brandstofverbruik en CO2 na wordt een sterke daling van de emissies verwacht, ondanks de toename van het wegverkeer. Dit is te verklaren door de continue vernieuwing van het wagenpark en de steeds strenger wordende emissiestandaarden. Enkel voor CO2 is er een stijging van de emissies, omdat nieuwe voertuigen onvoldoende zuiniger zijn om de toename van het verkeer te compenseren.
Transport & Mobility Leuven voerde in opdracht van de FOD Mobiliteit en Vervoer een studie uit die voor België de grootte van de filevorming en haar gevolgen in kaart bracht. Een innovatief aspect aan deze studie was dat ze de filevorming bekeek voor zowel het autosnelwegennet als de regionale en stedelijke wegennetten. Hiervoor werden verkeersgegevens aangewend die gebaseerd zijn op metingen van lusdetectoren (START-SITTER) en gsm/gps-probes (Be-Mobile).
De voornaamste resultaten van de studie waren als volgt:
- In Vlaanderen en Wallonië zijn de verkeersvolumes het grootst op het regionaal wegennet, gevolgd door het hoofdwegennet en ten slotte het stedelijk wegennet. In de agglomeraties zijn de verkeersvolumes op het hoofdwegennet groter dan op het regionaal wegennet. De toename in verkeersvolume tussen 2007 en 2020 is het grootst in Brussel.
- Verliestijden zijn vooral groot in Antwerpen, Vlaanderen en Brussel; ze zijn kleiner in Luik, Gent en Wallonië. 67% van het aantal voertuigverliesuren wordt in Vlaanderen opgelopen. Voor heel België is het aantal voertuigverliesuren op het onderliggend wegennet een factor 3,9 groter in vergelijking met het hoofdwegennet; het aantal voertuigverliesuren stijgt met 35% van 2007 naar 2020.
- De gemiddelde filelengtes op het autosnelwegennet zijn korter voor de avondspits dan voor de ochtendspits. Daarnaast is 91% van de files in België te vinden in Vlaanderen. Tussen 2007 en 2020 wordt op het hoofdwegennet een forse toename in filelengte vastgesteld. Voor heel België stijgt de filelengte op het hoofdwegennet met 54%.
Op brandstofverbruik en CO2 na wordt een sterke daling van de emissies verwacht, ondanks de toename van het wegverkeer. Dit is te verklaren door de continue vernieuwing van het wagenpark en de steeds strenger wordende emissiestandaarden. Enkel voor CO2 is er een stijging van de emissies, omdat nieuwe voertuigen onvoldoende zuiniger zijn om de toename van het verkeer te compenseren.