Marktstudie spoorvrachtverkeer corridor C (toekomstige corridor 2)
12.01
Van 2012 tot 2013
De EU-verordening 913/2010 omvat negen goederencorridors, waaronder de Rotterdam-Antwerpen-Luxemburg-Lyon/Basel-corridor, waarvoor een transportmarktstudie werd uitgevoerd. TML werkte samen met NEA en EGIS en was verantwoordelijk voor verkeersprognoses en de sociaaleconomische context, waarbij de groei van het treinverkeer voorspeld werd met het model TRANS-TOOLS.
De EU-verordening 913/2010 betreffende een Europees spoorwegnet voor concurrerend goederenvervoer voorziet in de uitvoering van negen goederenvervoercorridors. De goederencorridor Rotterdam-Antwerpen-Luxemburg-Metz-Dijon-Lyon/Basel (Corridor 2/Corridor C) is daar een van.
Volgens deze verordening diende er ook een studie te worden uitgevoerd die de transportmarkt op deze corridor analyseert en waardevolle input voor het implementatieplan uitwerkt. TML werkte samen met NEA en EGIS aan deze transportmarktstudie. De belangrijkste taak van TML was de verkeersprognoses uitwerken, waarvoor we het model TRANS-TOOLS gebruikten. TML leidde ook de taken in verband met de geografische en sociaaleconomische context. Verder waren we betrokken bij de bevraging van de belanghebbenden.
In 2010 reden er ongeveer 34.000 internationale treinen op deze corridor, inclusief lege treinen. Hiervan waren ongeveer 75% geladen met industriële goederen (bulk, metaal, landbouw etc.) en 25% met gemengde goederen, voornamelijk getransporteerd in containers. Deze laatste groep kent de meeste groei. Het modale aandeel van spoor is ongeveer 8,1% van het totale goederentransport in de geografische omgeving van de corridor. De regio rond Antwerpen is het meest actief op deze corridor.
Door het afnemen van interviews verkregen we inzicht in de voor- en nadelen van het spoorvervoer over Corridor 2. De algemene opinie is dat Corridor 2 goede vooruitzichten heeft, maar dat het essentieel is om een aantal verbeteringen aan te brengen wat betreft dienstverlening, organisatie, operatie en technische voorzieningen. De studie geeft ook een overzicht van de belangrijkste barrières, volgens de respondenten, in de ontwikkeling van de corridor.
De prognoses zijn gemaakt met behulp van het TRANS-TOOLS-model v2.5 en zijn gebaseerd op data verzameld binnen het project. Twee economische achtergrondscenario’s (hoge economische groei en lage economische groei), een referentiescenario en een projectscenario werden geanalyseerd voor drie tijdstippen: 2014, 2020 en 2030. Vergeleken met vandaag leiden de projectscenario’s tot een bijkomende groei in aantal treinen met ongeveer 9% in het lage scenario en 25% voor het hoge scenario tegen 2030.
De EU-verordening 913/2010 betreffende een Europees spoorwegnet voor concurrerend goederenvervoer voorziet in de uitvoering van negen goederenvervoercorridors. De goederencorridor Rotterdam-Antwerpen-Luxemburg-Metz-Dijon-Lyon/Basel (Corridor 2/Corridor C) is daar een van.
Volgens deze verordening diende er ook een studie te worden uitgevoerd die de transportmarkt op deze corridor analyseert en waardevolle input voor het implementatieplan uitwerkt. TML werkte samen met NEA en EGIS aan deze transportmarktstudie. De belangrijkste taak van TML was de verkeersprognoses uitwerken, waarvoor we het model TRANS-TOOLS gebruikten. TML leidde ook de taken in verband met de geografische en sociaaleconomische context. Verder waren we betrokken bij de bevraging van de belanghebbenden.
In 2010 reden er ongeveer 34.000 internationale treinen op deze corridor, inclusief lege treinen. Hiervan waren ongeveer 75% geladen met industriële goederen (bulk, metaal, landbouw etc.) en 25% met gemengde goederen, voornamelijk getransporteerd in containers. Deze laatste groep kent de meeste groei. Het modale aandeel van spoor is ongeveer 8,1% van het totale goederentransport in de geografische omgeving van de corridor. De regio rond Antwerpen is het meest actief op deze corridor.
Door het afnemen van interviews verkregen we inzicht in de voor- en nadelen van het spoorvervoer over Corridor 2. De algemene opinie is dat Corridor 2 goede vooruitzichten heeft, maar dat het essentieel is om een aantal verbeteringen aan te brengen wat betreft dienstverlening, organisatie, operatie en technische voorzieningen. De studie geeft ook een overzicht van de belangrijkste barrières, volgens de respondenten, in de ontwikkeling van de corridor.
De prognoses zijn gemaakt met behulp van het TRANS-TOOLS-model v2.5 en zijn gebaseerd op data verzameld binnen het project. Twee economische achtergrondscenario’s (hoge economische groei en lage economische groei), een referentiescenario en een projectscenario werden geanalyseerd voor drie tijdstippen: 2014, 2020 en 2030. Vergeleken met vandaag leiden de projectscenario’s tot een bijkomende groei in aantal treinen met ongeveer 9% in het lage scenario en 25% voor het hoge scenario tegen 2030.