Financiering van luchtverkeersmanagement
22044
Van 2022 tot 2023
Het huidige financieringsmodel voor luchtverkeersmanagement is kwetsbaar voor externe schokken, wat leidt tot de noodzaak om alternatieven te verkennen, zoals een vaste overheidsbijdrage en aanpassingen aan de risicodeling. TML analyseerde verschillende financieringsmechanismen en gebruikte interviews, literatuurstudies en simulaties om transparantie en efficiëntie in de luchtverkeersmanagementfinanciering te bevorderen.
Het huidige financieringsmodel voor luchtverkeersmanagement is erg kwetsbaar voor externe schokken, zoals de COVID-19-pandemie. In deze studie bestudeerden we alternatieven voor het huidige model, waarbij we ter inspiratie ook naar andere sectoren keken. We stellen voor om een vaste overheidsbijdrage of een aanpassing aan de risicodeling van de financiering te realiseren. Op langere termijn kan overwogen worden om luchtverkeersmanagement uit te besteden, om zo meer concurrentie op de markt te krijgen.
Het herdenken van het financieringsmodel lijkt na de voorbije jaren zo goed als onvermijdelijk. Hoewel de basisprincipes goed zitten, lijdt de financiering aan een aantal hardnekkige problemen. Het eerste is een gebrek aan incentieven om kosten te besparen en samen te werken tussen providers. Het tweede is de vatbaarheid van het systeem voor een grote terugval in luchtverkeer, wat betekent dat kritieke diensten ondergefinancierd worden tijdens crisissen. Het derde is een gebrek aan transparantie in de kosten.
Twee alternatieven voor het huidige systeem scoorden hoog in onze analyse: het drempelfinancieringsmodel (threshold funding) en een aanpassing van het risicodelings- of het crisisfinancieringsmodel (risk sharing). Bij het eerste model wordt een bepaalde minimumdienstverlening bepaald die direct gefinancierd wordt vanuit de overheid. De aanpassing van het tweede model komt erop neer dat de kosten van de crisis beter gespreid worden tussen de provider, de commerciële luchtvaart en de overheid.
Beide alternatieven hebben voor- en nadelen, maar komen er wel op neer dat de overheid op een transparante manier meebetaalt aan de financiering van luchtverkeersmanagement. Het effect van deze maatregel hangt mee af van de bron van de overheidsbijdrage. Deze zou zowel uit het algemeen budget als uit bestaande belastingen op luchtvaart kunnen komen. In de studie gingen we uit van een bijdrage uit het algemeen budget.
We baseerden ons resultaat op een set uitgebreide interviews, een literatuurstudie en een simulatie van alternatieven. Verschillende mechanismen werden naast elkaar gelegd en vergeleken met voorbeelden uit andere sectoren en andere landen. Elk mechanisme werd gescoord naar eerlijkheid, weerbaarheid, doelmatigheid, transparantie en flexibiliteit. Hierbij waren de ervaringen uit eerdere projecten zoals ITACA en COMPAIR van kritiek belang.
Het huidige financieringsmodel voor luchtverkeersmanagement is erg kwetsbaar voor externe schokken, zoals de COVID-19-pandemie. In deze studie bestudeerden we alternatieven voor het huidige model, waarbij we ter inspiratie ook naar andere sectoren keken. We stellen voor om een vaste overheidsbijdrage of een aanpassing aan de risicodeling van de financiering te realiseren. Op langere termijn kan overwogen worden om luchtverkeersmanagement uit te besteden, om zo meer concurrentie op de markt te krijgen.
Het herdenken van het financieringsmodel lijkt na de voorbije jaren zo goed als onvermijdelijk. Hoewel de basisprincipes goed zitten, lijdt de financiering aan een aantal hardnekkige problemen. Het eerste is een gebrek aan incentieven om kosten te besparen en samen te werken tussen providers. Het tweede is de vatbaarheid van het systeem voor een grote terugval in luchtverkeer, wat betekent dat kritieke diensten ondergefinancierd worden tijdens crisissen. Het derde is een gebrek aan transparantie in de kosten.
Twee alternatieven voor het huidige systeem scoorden hoog in onze analyse: het drempelfinancieringsmodel (threshold funding) en een aanpassing van het risicodelings- of het crisisfinancieringsmodel (risk sharing). Bij het eerste model wordt een bepaalde minimumdienstverlening bepaald die direct gefinancierd wordt vanuit de overheid. De aanpassing van het tweede model komt erop neer dat de kosten van de crisis beter gespreid worden tussen de provider, de commerciële luchtvaart en de overheid.
Beide alternatieven hebben voor- en nadelen, maar komen er wel op neer dat de overheid op een transparante manier meebetaalt aan de financiering van luchtverkeersmanagement. Het effect van deze maatregel hangt mee af van de bron van de overheidsbijdrage. Deze zou zowel uit het algemeen budget als uit bestaande belastingen op luchtvaart kunnen komen. In de studie gingen we uit van een bijdrage uit het algemeen budget.
We baseerden ons resultaat op een set uitgebreide interviews, een literatuurstudie en een simulatie van alternatieven. Verschillende mechanismen werden naast elkaar gelegd en vergeleken met voorbeelden uit andere sectoren en andere landen. Elk mechanisme werd gescoord naar eerlijkheid, weerbaarheid, doelmatigheid, transparantie en flexibiliteit. Hierbij waren de ervaringen uit eerdere projecten zoals ITACA en COMPAIR van kritiek belang.