MIRA externe kosten
09.33
Van 2009 tot 2010
In opdracht van MIRA berekende TML de private kosten, marginale externe kosten en de graad van internalisering voor verschillende vervoerswijzen. Deze methode omvatte het analyseren van zowel kosten voor de gebruiker als bijkomende maatschappelijke kosten door factoren zoals files, vervuiling en ongevallen.
Betalen we voldoende voor de negatieve effecten van transport?
In opdracht van MIRA berekende Transport & Mobility Leuven de private kosten, marginale externe kosten en graad van internalisering voor het wegverkeer, het spoor, de binnenvaart en de zeevaart. De private kosten zijn de kosten voor de gebruiker. De externe kosten zijn de kosten voor de maatschappij ten gevolge van files, luchtvervuiling, klimaatverandering, ongevallen, geluid, schade aan infrastructuur en voor fietsen ook de baten voor de gezondheid. Ze worden marginaal genoemd omdat het gaat over bijkomende maatschappelijke kosten die een extra voertuigkilometer met zich meebrengen. De graad van internalisering toont aan in welke mate de gebruiker via belastingen en heffingen betaalt voor de externe kosten die hij veroorzaakt.
Is de mate en de manier van internalisering toereikend?
De huidige belastingen en heffingen dekken maar een deel van de marginale externe kosten. De mate van internalisering is het grootst voor wegverkeer en meer bepaald voor personenwagens. De benzinewagen betaalt gemiddeld genomen zelfs te veel. Voor wegtransport variëren de externe kosten en de mate van internalisering sterk met de plaats en het tijdstip van de verplaatsing. Vanuit economisch standpunt zijn gedifferentieerde belastingen dan ook aangewezen.
Wat zijn de belangrijkste marginale externe kosten en welke vervoerswijzen scoren het best?
Voor het wegvervoer zijn de belangrijkste marginale externe kosten de kosten veroorzaakt door files, met uitzondering van de motorfietsen, waarvoor de ongevalkosten het grootst zijn. Voor de andere vervoerswijzen (spoor, zee- en binnenvaart) zijn globaal gezien de marginale externe milieukosten de belangrijkste. Voor het personenvervoer heeft de motorfiets de hoogste marginale externe kosten. Bij de personenwagens hebben de dieselwagens de hoogste marginale externe kosten. Door hun hogere uitstoot van fijn stof zijn hun marginale milieuschadekosten namelijk het grootst. Collectieve vervoerswijzen zoals de bus en de trein hebben door hun schaalvoordeel lagere marginale externe kosten per personenkilometer dan privévoertuigen. Voor goederentransport scoren spoor en binnenvaart beter dan wegtransport en zeevaart.
Dit rapport is een actualisatie en uitbreiding van het rapport “Internalisering van externe kosten van wegverkeer in Vlaanderen” (2004).
Betalen we voldoende voor de negatieve effecten van transport?
In opdracht van MIRA berekende Transport & Mobility Leuven de private kosten, marginale externe kosten en graad van internalisering voor het wegverkeer, het spoor, de binnenvaart en de zeevaart. De private kosten zijn de kosten voor de gebruiker. De externe kosten zijn de kosten voor de maatschappij ten gevolge van files, luchtvervuiling, klimaatverandering, ongevallen, geluid, schade aan infrastructuur en voor fietsen ook de baten voor de gezondheid. Ze worden marginaal genoemd omdat het gaat over bijkomende maatschappelijke kosten die een extra voertuigkilometer met zich meebrengen. De graad van internalisering toont aan in welke mate de gebruiker via belastingen en heffingen betaalt voor de externe kosten die hij veroorzaakt.
Is de mate en de manier van internalisering toereikend?
De huidige belastingen en heffingen dekken maar een deel van de marginale externe kosten. De mate van internalisering is het grootst voor wegverkeer en meer bepaald voor personenwagens. De benzinewagen betaalt gemiddeld genomen zelfs te veel. Voor wegtransport variëren de externe kosten en de mate van internalisering sterk met de plaats en het tijdstip van de verplaatsing. Vanuit economisch standpunt zijn gedifferentieerde belastingen dan ook aangewezen.
Wat zijn de belangrijkste marginale externe kosten en welke vervoerswijzen scoren het best?
Voor het wegvervoer zijn de belangrijkste marginale externe kosten de kosten veroorzaakt door files, met uitzondering van de motorfietsen, waarvoor de ongevalkosten het grootst zijn. Voor de andere vervoerswijzen (spoor, zee- en binnenvaart) zijn globaal gezien de marginale externe milieukosten de belangrijkste. Voor het personenvervoer heeft de motorfiets de hoogste marginale externe kosten. Bij de personenwagens hebben de dieselwagens de hoogste marginale externe kosten. Door hun hogere uitstoot van fijn stof zijn hun marginale milieuschadekosten namelijk het grootst. Collectieve vervoerswijzen zoals de bus en de trein hebben door hun schaalvoordeel lagere marginale externe kosten per personenkilometer dan privévoertuigen. Voor goederentransport scoren spoor en binnenvaart beter dan wegtransport en zeevaart.
Dit rapport is een actualisatie en uitbreiding van het rapport “Internalisering van externe kosten van wegverkeer in Vlaanderen” (2004).