Optimalisatie inzameling scheepsafval

13.20
Van 2013 tot 2014
TML onderzocht samen met Ecorem in hoeverre het inzamelnetwerk voor scheepsafval in Vlaanderen voldoet aan de eisen van het CDNI en aan de hedendaagse sectorbehoeften. De studie leidde tot drie varianten voor het inzamelsysteem en resulteerde in een voorkeursvariant die o.a. mobiele ontvangstvoorzieningen en verbeterde sorteringsmogelijkheden bevat en benadrukt de noodzaak van betere internationale coördinatie.


Op 9 september 1996 kwam in Straatsburg het Verdrag inzake de verzameling, afgifte en inname van afval in de Rijn- en binnenvaart (CDNI) tot stand. Het CDNI is een regelgeving die betrekking heeft op de inzameling en verwerking van afval geproduceerd door binnenschepen en trad op 1 november 2009 in werking. De betrokken landen zijn Nederland, Duitsland, Frankrijk, Zwitserland, Luxemburg en België. Het CDNI geeft aan dat de Verdragsluitende Staten dienen te voorzien in een voldoende dicht net van ontvangstvoorzieningen voor scheepsbedrijfsafval, maar behandelt niet in detail de criteria van dit voldoende dicht net.


In deze studie onderzocht TML in samenwerking met Ecorem in welke mate het inzamelnetwerk voor scheepsafval van de binnenvaart in Vlaanderen voldoet aan de vereisten van het CDNI, alsook aan de eisen van de sector van vandaag en morgen. Hierbij onderzochten we ook welke samenwerkingsmogelijkheden bestaan tussen de waterweg- en havenbeheerders, hoe de uitbouw van een optimaal netwerk kan worden afgedwongen en welke wijzigingen aan het wetgevende kader eventueel nodig zijn.

Eerst beoordeelden we het inzamelnetwerk op basis van de geografische spreiding van de bestaande inzamelpunten, de scheepvaartintensiteit op de verschillende waterwegen en de gemiddelde ingezamelde hoeveelheden afval in de verschillende inzamelpunten. Vervolgens werden drie varianten voor het bestaande inzamelsysteem uitgewerkt:
  • Optimalisatie van het bestaande inzamelsysteem.
  • Omvorming naar een inzamelnetwerk met exclusieve toegang voor de sector.
  • Omvorming naar een inzamelnetwerk met overheersend mobiele inzamelinrichtingen.

De verschillende varianten werden beoordeeld op onder andere milieuperformantie, kostenefficiëntie en uniformiteit met de buurlanden. De geselecteerde voorkeursvariant bestaat uit een combinatie van de sterke aspecten van de verschillende varianten en omvat volgende elementen:
  • De inschakeling van een mobiele ontvangstvoorziening in de regio rond Gent.
  • Reductie van het aantal inzamelinrichtingen voor huisvuil langs de vaarwegen.
  • Verbetering van de sorteringsmogelijkheden voor huisvuil.
  • De oprichting van een bijkomend afvalpark langs het Albertkanaal.

Op basis van de studie kon algemeen worden besloten dat Vlaanderen over een uitgebreid en goed georganiseerd inzamelnetwerk voor afval van de binnenvaart beschikt, dat mits enkele aanpassingen nog verder geoptimaliseerd kan worden.

Op internationaal niveau is er met name voor de inzameling van huisvuil en klein gevaarlijk afval (kga) behoefte aan een betere coördinatie. Hoewel het CDNI voorschrijft dat de lidstaten overeenstemmende regelingen dienen te treffen voor de financiering en inzameling van kga, gebeurt dit in de praktijk niet. Ook met betrekking tot deel B van de uitvoeringsregeling is het nodig om internationaal afgestemde regelingen te treffen om de afgiftevereisten voor waswaters te concretiseren.

Periode

Van 2013 tot 2014

Partners

ECOREM (projectleider)

Ons team

Griet De Ceuster, Kristof Carlier, Gitte Van Den Bergh
© 2025 Transport & Mobility Leuven | Westsite: Online Oplossingen en Webdesign