Internalisering van externe kosten van transport in Vlaanderen
16004
2016
Het MIRA-onderzoeksrapport “Internalisering van externe kosten van transport in Vlaanderen” (2010) werd geüpdatet met nieuwe berekeningen van de private en marginale externe kosten voor de periode 2000-2014, inclusief luchtvaart en elektrische fietsen. TML analyseerde de graad van internalisering en de voortgang naar het principe ‘de vervuiler betaalt’.
Het MIRA-onderzoeksrapport “Internalisering van externe kosten van transport in Vlaanderen” (2010) maakte een inschatting van de private en externe kosten van transport voor de periode 2000 - 2008, alsook van de mate van internalisering. Zes jaar na publicatie van dat rapport is het tijd voor een update.
Net als vorige keer berekenden we de private en marginale externe kosten voor verschillende modi. De private kosten zijn de kosten die de gebruiker zelf betaalt. Bij wegtransport gaat het hier om de aankoop van het voertuig, verzekeringen, onderhoud, brandstof etc. Bij geregeld transport (bus, trein, luchtvaart) gaat het om de prijs van het ticket. Marginale externe kosten zijn extern omdat de gebruiker er geen rekening mee houdt bij zijn beslissing om de verplaatsing te maken. Ze worden marginaal genoemd omdat we kijken naar het bijkomende effect van die ene verplaatsing.
We maakten een onderscheid tussen volgende marginale externe kosten:
In deze studie berekenden we de private kosten, marginale externe kosten en graad van internalisering voor alle modi voor de periode 2000 - 2014, met een blik op 2016. Vergeleken met de vorige studie nemen we nu ook luchtvaart en elektrische fietsen op. Op basis van deze berekeningen gingen we na hoe de graad van internalisering evolueert over de tijd. Is Vlaanderen op weg naar het principe ‘de vervuiler betaalt’? Welke stappen zijn nodig om te komen tot een betere beprijzing?
Zie bijlage voor het volledig rapport.
Het MIRA-onderzoeksrapport “Internalisering van externe kosten van transport in Vlaanderen” (2010) maakte een inschatting van de private en externe kosten van transport voor de periode 2000 - 2008, alsook van de mate van internalisering. Zes jaar na publicatie van dat rapport is het tijd voor een update.
Net als vorige keer berekenden we de private en marginale externe kosten voor verschillende modi. De private kosten zijn de kosten die de gebruiker zelf betaalt. Bij wegtransport gaat het hier om de aankoop van het voertuig, verzekeringen, onderhoud, brandstof etc. Bij geregeld transport (bus, trein, luchtvaart) gaat het om de prijs van het ticket. Marginale externe kosten zijn extern omdat de gebruiker er geen rekening mee houdt bij zijn beslissing om de verplaatsing te maken. Ze worden marginaal genoemd omdat we kijken naar het bijkomende effect van die ene verplaatsing.
We maakten een onderscheid tussen volgende marginale externe kosten:
- Congestie
- Milieu (luchtvervuiling en broeikasgassen)
- Geluid
- Verkeersveiligheid
- Infrastructuur
- Gezondheid
In deze studie berekenden we de private kosten, marginale externe kosten en graad van internalisering voor alle modi voor de periode 2000 - 2014, met een blik op 2016. Vergeleken met de vorige studie nemen we nu ook luchtvaart en elektrische fietsen op. Op basis van deze berekeningen gingen we na hoe de graad van internalisering evolueert over de tijd. Is Vlaanderen op weg naar het principe ‘de vervuiler betaalt’? Welke stappen zijn nodig om te komen tot een betere beprijzing?
Zie bijlage voor het volledig rapport.