Vergroening federale fiscaliteit

21068
Van 2021 tot 2022
TML analyseerde mogelijke routes voor een milieuvriendelijkere hervorming van het federale belastingsysteem, met een focus op koolstofheffing en vergroening in sleutelsectoren om de CO2-uitstoot te verminderen. Het onderzoek omvatte een herziening van de Energy Taxation Directive, de invoering van een CO2-belasting en andere fiscale maatregelen, waarbij TML gebruik maakte van het EDIP-model voor macro-economische analyses en de Delphimethode voor aanvullende maatregelen.


Het doel van deze studie was de analyse van mogelijke pistes voor een milieuvriendelijkere hervorming van het federale belastingsysteem. Hiervoor onderscheidden we twee dimensies: (i) de belasting van energieproducten via koolstofheffing en verhoogde accijnzen als onderdeel van een verschuiving in de klimaatbelasting en (ii) maatregelen voor de vergroening van het federale belastingstelsel in bepaalde sleutelsectoren. Deze werden geselecteerd op basis van hun potentieel om de CO2-uitstoot in niet-ETS-sectoren of andere milieudruk te verminderen.


Ons onderzoek werd uitgevoerd op basis van volgende drie types analyses:
  • Het eerste deel van het hervormingsscenario omvat de herziening van de Energy Taxation Directive (ETD). Het herziene ETD strekt ertoe de accijnzen op energieproducten met ingang van januari 2023 te hervormen en deze belastingen te baseren op de milieuprestaties van de energieproductie en hun (calorische) energie-inhoud. Zij beoogt ook de afschaffing van de meeste subsidies voor fossiele brandstoffen.
  • Het tweede element van ons hervormingsscenario is een belasting op het CO2-gehalte van fossiele brandstoffen in sectoren die niet onder de ETS vallen, waarbij de inkomsten worden gerecycleerd. Dit wordt ook wel een budgetneutrale verschuiving van de klimaatbelasting genoemd. We beoordeelden de ecologische en sociaaleconomische gevolgen van de invoering van een koolstofbelasting op vervoers- en verwarmingsbrandstoffen van respectievelijk 20 euro/ton CO2 op korte termijn (2023) en 70 euro/ton CO2 op middellange termijn (2030). In de macro-economische analyse keken we ook naar het effect van een koolstofbelasting van 100 euro/ton CO2. De toepassing van herziene minimumtarieven en koolstofprijzen in de vervoers- en de bouwsector zal leiden tot emissiereducties tussen 3% en 12,5%. De resultaten zijn getoetst aan andere studies en zijn vergelijkbaar met de geraamde impact van een vergelijkbare koolstofbelasting in andere landen. Onze resultaten zijn ook in overeenstemming met recente ramingen van het IMF.
  • Als derde element bestudeerden we andere fiscale maatregelen. We stelden een lijst voor van specifieke prioritaire maatregelen die op vijf kerngebieden genomen kunnen worden. Deze maatregelen kunnen, in combinatie met de voorgestelde hervorming van de energiebelasting, deel uitmaken van een groene belastingbeleidsmix die bijdraagt tot een betere bescherming van het milieu.
De koolstofbelasting moet deel uitmaken van een bredere beleidsmix. Uit onze resultaten bleek dat een prijs op vervoers- en verwarmingsbrandstoffen van 70 euro/ton CO2 in 2030 alleen niet voldoende is om de vereiste emissiereductie te bereiken. Deze bevinding is in overeenstemming met de literatuur. De verschuiving van de klimaatbelasting zal moeten worden aangevuld met bestaande of nieuwe maatregelen ter vermindering van de BKG-uitstoot, zowel op federaal als op regionaal en Europees niveau.

Voor de macro-economische analyse maakte TML gebruik van het Europees model voor de beoordeling van de effecten van economisch beleid op de inkomensverdeling en de ongelijkheid (EDIP), een Computable General Equilibrium (CGE)-model. We gebruikten EDIP om het effect te berekenen van verschillende niveaus van koolstofbelastingen op de totale CO2-uitstoot van vervoer en gebouwen tegen 2030. Met het model konden we ook de totale belastinginkomsten ramen en konden we het effect van verschillende alternatieven voor belastingherverdeling beoordelen. Voor de studie naar de andere fiscale maatregelen gebruikten we de Delphimethode, ondersteund door een synthese van de literatuur en een evaluatie van landencases.

TML leidde het project, in samenwerking met HIVA (KU Leuven) en Université Saint-Louis Bruxelles (USL).

Periode

Van 2021 tot 2022

Opdrachtgever

FOD Financiën

Partners

HIVA (KU Leuven), Université Saint-Louis Bruxelles (USL)

Ons team

Eef Delhaye, Christophe Heyndrickx, Saskia Van der Loo, Rosanne Vanpée, Bruno Van Zeebroeck
© 2025 Transport & Mobility Leuven | Westsite: Online Oplossingen en Webdesign