Basisbereikbaarheid bij het Vlaamse stads- en streekvervoer
16019
Van 2016 tot 2017
De Vlaamse regering streeft naar een openbaar vervoerssysteem dat beter aansluit bij de wensen van reizigers. TML en Deloitte analyseerden de huidige besteding van middelen, stelden een optimaal kernnet voor Vlaanderen voor en onderzochten de kosten en maatschappelijke impact van bredere marktwerking voor het aanvullend net.
De Vlaamse regering wil het openbaar vervoer meer afstemmen op de wensen en noden van de reizigers zelf en het vervoer aantrekkelijk maken met comfortabele voertuigen, optimale frequenties, concurrentiële snelheid en eenvoudig geïntegreerde dienstverlening en tarieven. Naar aanleiding van de Vlaamse resolutie om het principe basisbereikbaarheid in te voeren bij het Vlaamse stads- en streekvervoer, wilde het departement Mobiliteit en Openbare Werken via deze studie de opbouw en financiering van het kernnet en de bredere marktwerking voor het aanvullend net objectiveren.
TML bracht, in samenwerking met Deloitte, de huidige besteding van de middelen (as is-situatie, eind 2015) inzake de verschillende netten of systemen (kernnet, aanvullend net/functionele ritten en vervoer op maat) in kaart voor alle vervoerregio’s bepaald in de conceptnota van het Vlaams Parlement “Met basisbereikbaarheid naar een efficiënt en aantrekkelijk vervoersmodel in Vlaanderen dat optimaal tegemoetkomt aan de globale en lokale vervoersvraag”.
We omschreven hoe een optimaal kernnet voor Vlaanderen er dient uit te zien. Dit gebeurde in benchmark met twee vergelijkbare buitenlandse regio’s. We onderzochten tegen welke kostprijs dit optimaal kernnet operationeel kan worden gemaakt. Het laatste deel van de opdracht bestond uit het in kaart brengen van de maatschappelijke voor- en nadelen van een potentieel bredere marktwerking voor het aanvullend net. We gingen ook na onder welke organisatievorm dit best gebeurt en werkten kostenefficiënte voorstellen uit waarbij we rekening hielden met o.a. de btw-regels. In onze studie hebben we verschillende scenario's doorgerekend. In het voorkeursscenario komen we daarbij uit op een kostprijs van 738 miljoen euro voor het kern- en aanvullend net en 112 miljoen euro voor het vervoer op maat.
De Vlaamse regering wil het openbaar vervoer meer afstemmen op de wensen en noden van de reizigers zelf en het vervoer aantrekkelijk maken met comfortabele voertuigen, optimale frequenties, concurrentiële snelheid en eenvoudig geïntegreerde dienstverlening en tarieven. Naar aanleiding van de Vlaamse resolutie om het principe basisbereikbaarheid in te voeren bij het Vlaamse stads- en streekvervoer, wilde het departement Mobiliteit en Openbare Werken via deze studie de opbouw en financiering van het kernnet en de bredere marktwerking voor het aanvullend net objectiveren.
TML bracht, in samenwerking met Deloitte, de huidige besteding van de middelen (as is-situatie, eind 2015) inzake de verschillende netten of systemen (kernnet, aanvullend net/functionele ritten en vervoer op maat) in kaart voor alle vervoerregio’s bepaald in de conceptnota van het Vlaams Parlement “Met basisbereikbaarheid naar een efficiënt en aantrekkelijk vervoersmodel in Vlaanderen dat optimaal tegemoetkomt aan de globale en lokale vervoersvraag”.
We omschreven hoe een optimaal kernnet voor Vlaanderen er dient uit te zien. Dit gebeurde in benchmark met twee vergelijkbare buitenlandse regio’s. We onderzochten tegen welke kostprijs dit optimaal kernnet operationeel kan worden gemaakt. Het laatste deel van de opdracht bestond uit het in kaart brengen van de maatschappelijke voor- en nadelen van een potentieel bredere marktwerking voor het aanvullend net. We gingen ook na onder welke organisatievorm dit best gebeurt en werkten kostenefficiënte voorstellen uit waarbij we rekening hielden met o.a. de btw-regels. In onze studie hebben we verschillende scenario's doorgerekend. In het voorkeursscenario komen we daarbij uit op een kostprijs van 738 miljoen euro voor het kern- en aanvullend net en 112 miljoen euro voor het vervoer op maat.
