TML'ers aan het woord! #8
In deze rubriek stellen we je graag voor aan onze collega's op TML. Op die manier leer je ons wat beter kennen en ontdek je wat iedereen binnen TML doet. Recent hadden we een gesprek met Bart, Roeland en Inge!
Welkom iedereen! Vertel eens, hoe zijn jullie bij TML terecht gekomen?
Bart: Ik werkte bij Fedasil als data-analist en was op zoek naar een job met inhoudelijk meer onderzoeks- en studiewerk. Ik had me een jaar eerder kandidaat gesteld voor een vacature bij TML, maar deze job is toen naar iemand anders gegaan. Een jaar later kreeg ik echter een e-mail van Griet, met de vraag of ik nog zin had in een job bij TML. Na het interview kon ik zo beginnen.
Roeland: Ik kende Griet al van een vak dat ze gaf tijdens mijn studie (Master in Mobility & Supply Chain Engineering); ze had aangegeven dat er een vacature beschikbaar was. Ik twijfelde toen nog of ik zou verder studeren, dan wel direct gaan werken. Ik heb daarna besloten om bij TML aan de slag te gaan. Hetgeen me speciaal aantrok was de meer kwantitatieve benadering, de theoretische aspecten van het studiewerk, en de praktische invulling.
Inge: Ik werkte vroeger aan het VITO, toen Griet en Stef (die promotor was van mijn doctoraat) me contacteerden. Na dat gesprek leek TML me een interessant bedrijf. Het project waarop ik kon beginnen werken was nieuw en boeiend: duurzame brandstoffen in de luchtvaart. En dat in een omgeving zoals die van TML, waar men vrij pro-actief is.
Wat een interessant parcours! Wat zijn jullie achtergronden?
Bart: Ik heb nog bij de jeugd van KVK Tienen gespeeld met ambities als voetballer. Ik had toen het plan om voetbal en studies te combineren. Ik ben dan afgestudeerd als industrieel ingenieur Elektronica bij Groep T. Dat gaf me enigszins de tijd om te trainen en te studeren. Wegens een kwetsuur ben ik op mijn 20ste gestopt met de sport. Na de studie heb ik In de beginjaren van Proximus het netwerk helpen uitbreiden. In avondonderwijs volgde ik psychologie aan de VUB. Dat leek me interessant om te doen, en ik kon het volledig na het werk doen. Nadat ik mijn kandidatuur afgerond had, ben ik naar de KU Leuven gegaan voor de licentiaatsopleiding experimentele psychologie. Dit kon enkel in dagonderwijs en dwong me deeltijds te werken. Na mijn studie heb ik mijn job bij Proximus ingeruild voor een doctoraat in visuele perceptie. Ik ben aan de universiteit blijven hangen, ondermeer in het departement PSI, Elektrotechniek waar ik werkte aan leeralgoritmes voor spraaktechnologie.
Roeland: Ik ben begonnen als Bachelor Burgerlijk Ingenieur Werktuigkunde; dit leek me de beste voorbereiding, in combinatie met bedrijfsbeheer, om daarna de Master te kunnen doen. Die rond Verkeer & Logistiek vond ik zeer interessant; verkeer (en bij uitbreiding verkeersmodellering) spraken me altijd wel al aan. Toen ik jong was en we op reis gingen tekende ik bijvoorbeeld de routes uit. Verkeer is boeiend, je komt er dagelijks mee in contact, en het wiskundige eraan vind ik daarenboven interessant.
Inge: Toen ik uit humaniora kwam vond ik veel afstudeerrichtingen interessant. Ik heb toen met wat mensen gesproken, en daaruit bleek dat Economie wel een richting voor mij was. Ik heb daarom eerst Toegepaste Economische Wetenschappen gedaan aan de Universiteit Antwerpen (UFSIA), en rondde vervolgens in Leuven de Master of Arts in Economics af. Daarna kon ik bij Stef Proost aan de slag als wetenschappelijk medewerker rond milieu- en transporteconomie, wat me ook de mogelijkheid gaf om een doctoraat in de Economie te doen. Dat ging toen over de externe effecten van transport en algemeen evenwichtsanalyses van maatregelen om deze externe effecten te verminderen.
Dat getuigt allemaal van sterke ambities. Vertel eens, wat zijn jullie dagelijkse bezigheden op TML?
Bart: Ik doe enerzijds projecten die meer onderzoeksmatig zijn, zoals CITRUS en InterCor waar interessante data-analyses gebeuren, en waar je inventief kan zijn om gepaste oplossingen te zoeken voor reële problemen bij echte veldexperimenten. Daarnaast heb ik ook veel gewerkt aan het ConACon project: het was daarbij een uitdaging om de balans te vinden tussen je in iets te verdiepen en toch je beschikbare tijd in de gaten te houden. Ik leerde werken met de microscopische verkeerssimulator SUMO. Ik leerde op die manier ook veel over verkeersmodellen wat voor mij een nieuw terrein was. Daarnaast kreeg ik zo ook inzicht in wat de grenzen van modelpredictieve controle zijn in het kader van de simulatie van maatregelen voor verkeersmanagement. Een ander groot deel van mijn werk ging en gaat naar de uitwerking en opvolging van de aanbestedingen voor de verkeersgeleidingssystemen van de steden Leuven, Vilvoorde en Mechelen. Het is boeiend om marktonderzoek te doen, en een raming op het vlak van technologie te maken, wat dan uitmondt in het opstellen van een aanbesteding om zo een stad te helpen bij de beste prijs-kwaliteit aankoop. Ik werk ook als data-analist bij een reeks andere projecten, volg het nuMIDAS-project mee op, heb een tool geprogrammeerd voor de Vlaamse Knooppuntenmonitor met bijhorende databankanalyses. Ik heb een goede basis in statistiek en doe graag analyses van experimenten, (geospatiale) analyses, survey-onderzoek, enz.
Roeland: Ik werkte mee aan het Namen-Eupen project waar we een vierstapsmodel maakten, waarmee men later emissiesgerelateerde berekeningen zal doen. Concreet werkte ik er mee de vraagmodellering uit en dacht ik mee na over de diverse manieren om het model op te bouwen. Op regelmatige basis doe ik ook microscopische verkeerssimulaties in VISSIM. Zo heb ik voor de A12 diverse alternatieven uitgetekend, gesimuleerd en de resultaten ervan bekeken en geïnterpreteerd. Analoog werkte ik mee aan de R0/A201 Vilvoorde en deed ik wat kleinere mobiliteitsstudies, inclusief mobiliteitseffectenrapportages (MOBERs). Naast programmeren, vind ik de afwisseling tussen de projecten wel leuk; zo hielp ik bijvoorbeeld ook mee aan enkele economische studies zoals de PTW-studie.
Inge: Voor het Europees milieuagentschap (EEA) werk ik mee aan het jaarlijks TERM rapport (TML is daar de taakleider voor) en bestudeer ik het aankoopgedrag van nieuwe voertuigen. Ook werk ik aan het EPOC project rond lange termijnvooruitzichten voor energie en transport en voer ik kosten-batenanalyses van infrastructuurprojecten uit. Mijn insteek is telkens meer economisch, met maatschappelijke kosten-batenanalyses, evaluaties van allerhande beleid, en dat in een mix van nationale en internationale studies. Ik vind het empirisch werk naast overzichtsrapporten ook interessant; je kan je zo meer algemeen in een domein verdiepen en tendensen bekijken. Daarenboven is het de combinatie van bepaalde zaken die het werk boeiend maakt. Een heel leuk project vond ik bijvoorbeeld ons werk voor SmartMove; het was een aangename samenwerking met de opdrachtgever, en een maatschappelijk zeer relevant project.
Het werkplezier straalt van jullie af, wat een gevarieerde activiteiten! En nu zijn we ook nieuwsgierig naar wat er zoal in jullie leven buiten TML gebeurt?
Bart: Naast vader zijn ondersteun ik soms ook mee de zaak van mijn vrouw. Ze heeft een winkel-eetbar waar ze lokale voedselproducten aan de man brengt. Ook FairTrade en verpakkingsvrije producten (waarbij je zelf je eigen potjes meebrengt om aan te vullen) worden verkocht. Ik ga ook graag wandelen. Zo zit ik met één been ook in een vereniging die werk maakt van het openen van gemeentewegen wanneer de toegang daartoe door private eigenaars belemmerd wordt. We baseren ons hiervoor op de Atlas der Buurtwegen; dit zijn goed opgetekende wegen die allemaal nummers en namen hebben gekregen. Deze atlas geldt nog altijd als referentie volgens de wet om gemeentewegen (buurtwegen) op private eigendom op te sporen. Daar mag iedereen wandelen.
Roeland: Ik ben sinds mijn 16e heel actief in tennis: ik geef tennisles, ben voorzitter van onze tennisclub TC Roosendael en ben internationaal scheidsrechter. Vorige zomer ben ik zo een tiental weken weggeweest. Af en toe speel ik zelf nog wat en ik probeer ook weer meer te fietsen, bijvoorbeeld van en naar het werk. Ik heb vroeger nog gevoetbald en kijk reikhalzend uit naar de TML-middagvoetbalsessies.
Inge: Ik wandel heel graag. Van zodra het terug kan, maak ik ook graag terug grotere reizen (zoals bijvoorbeeld naar Indië); corona heeft daar de laatste jaren een stokje voor gestoken.
Bedankt voor jullie tijd. Het was echt tof om dit gesprek met jullie te voeren!
Welkom iedereen! Vertel eens, hoe zijn jullie bij TML terecht gekomen?
Bart: Ik werkte bij Fedasil als data-analist en was op zoek naar een job met inhoudelijk meer onderzoeks- en studiewerk. Ik had me een jaar eerder kandidaat gesteld voor een vacature bij TML, maar deze job is toen naar iemand anders gegaan. Een jaar later kreeg ik echter een e-mail van Griet, met de vraag of ik nog zin had in een job bij TML. Na het interview kon ik zo beginnen.
Roeland: Ik kende Griet al van een vak dat ze gaf tijdens mijn studie (Master in Mobility & Supply Chain Engineering); ze had aangegeven dat er een vacature beschikbaar was. Ik twijfelde toen nog of ik zou verder studeren, dan wel direct gaan werken. Ik heb daarna besloten om bij TML aan de slag te gaan. Hetgeen me speciaal aantrok was de meer kwantitatieve benadering, de theoretische aspecten van het studiewerk, en de praktische invulling.
Inge: Ik werkte vroeger aan het VITO, toen Griet en Stef (die promotor was van mijn doctoraat) me contacteerden. Na dat gesprek leek TML me een interessant bedrijf. Het project waarop ik kon beginnen werken was nieuw en boeiend: duurzame brandstoffen in de luchtvaart. En dat in een omgeving zoals die van TML, waar men vrij pro-actief is.
Wat een interessant parcours! Wat zijn jullie achtergronden?
Bart: Ik heb nog bij de jeugd van KVK Tienen gespeeld met ambities als voetballer. Ik had toen het plan om voetbal en studies te combineren. Ik ben dan afgestudeerd als industrieel ingenieur Elektronica bij Groep T. Dat gaf me enigszins de tijd om te trainen en te studeren. Wegens een kwetsuur ben ik op mijn 20ste gestopt met de sport. Na de studie heb ik In de beginjaren van Proximus het netwerk helpen uitbreiden. In avondonderwijs volgde ik psychologie aan de VUB. Dat leek me interessant om te doen, en ik kon het volledig na het werk doen. Nadat ik mijn kandidatuur afgerond had, ben ik naar de KU Leuven gegaan voor de licentiaatsopleiding experimentele psychologie. Dit kon enkel in dagonderwijs en dwong me deeltijds te werken. Na mijn studie heb ik mijn job bij Proximus ingeruild voor een doctoraat in visuele perceptie. Ik ben aan de universiteit blijven hangen, ondermeer in het departement PSI, Elektrotechniek waar ik werkte aan leeralgoritmes voor spraaktechnologie.
Roeland: Ik ben begonnen als Bachelor Burgerlijk Ingenieur Werktuigkunde; dit leek me de beste voorbereiding, in combinatie met bedrijfsbeheer, om daarna de Master te kunnen doen. Die rond Verkeer & Logistiek vond ik zeer interessant; verkeer (en bij uitbreiding verkeersmodellering) spraken me altijd wel al aan. Toen ik jong was en we op reis gingen tekende ik bijvoorbeeld de routes uit. Verkeer is boeiend, je komt er dagelijks mee in contact, en het wiskundige eraan vind ik daarenboven interessant.
Inge: Toen ik uit humaniora kwam vond ik veel afstudeerrichtingen interessant. Ik heb toen met wat mensen gesproken, en daaruit bleek dat Economie wel een richting voor mij was. Ik heb daarom eerst Toegepaste Economische Wetenschappen gedaan aan de Universiteit Antwerpen (UFSIA), en rondde vervolgens in Leuven de Master of Arts in Economics af. Daarna kon ik bij Stef Proost aan de slag als wetenschappelijk medewerker rond milieu- en transporteconomie, wat me ook de mogelijkheid gaf om een doctoraat in de Economie te doen. Dat ging toen over de externe effecten van transport en algemeen evenwichtsanalyses van maatregelen om deze externe effecten te verminderen.
Dat getuigt allemaal van sterke ambities. Vertel eens, wat zijn jullie dagelijkse bezigheden op TML?
Bart: Ik doe enerzijds projecten die meer onderzoeksmatig zijn, zoals CITRUS en InterCor waar interessante data-analyses gebeuren, en waar je inventief kan zijn om gepaste oplossingen te zoeken voor reële problemen bij echte veldexperimenten. Daarnaast heb ik ook veel gewerkt aan het ConACon project: het was daarbij een uitdaging om de balans te vinden tussen je in iets te verdiepen en toch je beschikbare tijd in de gaten te houden. Ik leerde werken met de microscopische verkeerssimulator SUMO. Ik leerde op die manier ook veel over verkeersmodellen wat voor mij een nieuw terrein was. Daarnaast kreeg ik zo ook inzicht in wat de grenzen van modelpredictieve controle zijn in het kader van de simulatie van maatregelen voor verkeersmanagement. Een ander groot deel van mijn werk ging en gaat naar de uitwerking en opvolging van de aanbestedingen voor de verkeersgeleidingssystemen van de steden Leuven, Vilvoorde en Mechelen. Het is boeiend om marktonderzoek te doen, en een raming op het vlak van technologie te maken, wat dan uitmondt in het opstellen van een aanbesteding om zo een stad te helpen bij de beste prijs-kwaliteit aankoop. Ik werk ook als data-analist bij een reeks andere projecten, volg het nuMIDAS-project mee op, heb een tool geprogrammeerd voor de Vlaamse Knooppuntenmonitor met bijhorende databankanalyses. Ik heb een goede basis in statistiek en doe graag analyses van experimenten, (geospatiale) analyses, survey-onderzoek, enz.
Roeland: Ik werkte mee aan het Namen-Eupen project waar we een vierstapsmodel maakten, waarmee men later emissiesgerelateerde berekeningen zal doen. Concreet werkte ik er mee de vraagmodellering uit en dacht ik mee na over de diverse manieren om het model op te bouwen. Op regelmatige basis doe ik ook microscopische verkeerssimulaties in VISSIM. Zo heb ik voor de A12 diverse alternatieven uitgetekend, gesimuleerd en de resultaten ervan bekeken en geïnterpreteerd. Analoog werkte ik mee aan de R0/A201 Vilvoorde en deed ik wat kleinere mobiliteitsstudies, inclusief mobiliteitseffectenrapportages (MOBERs). Naast programmeren, vind ik de afwisseling tussen de projecten wel leuk; zo hielp ik bijvoorbeeld ook mee aan enkele economische studies zoals de PTW-studie.
Inge: Voor het Europees milieuagentschap (EEA) werk ik mee aan het jaarlijks TERM rapport (TML is daar de taakleider voor) en bestudeer ik het aankoopgedrag van nieuwe voertuigen. Ook werk ik aan het EPOC project rond lange termijnvooruitzichten voor energie en transport en voer ik kosten-batenanalyses van infrastructuurprojecten uit. Mijn insteek is telkens meer economisch, met maatschappelijke kosten-batenanalyses, evaluaties van allerhande beleid, en dat in een mix van nationale en internationale studies. Ik vind het empirisch werk naast overzichtsrapporten ook interessant; je kan je zo meer algemeen in een domein verdiepen en tendensen bekijken. Daarenboven is het de combinatie van bepaalde zaken die het werk boeiend maakt. Een heel leuk project vond ik bijvoorbeeld ons werk voor SmartMove; het was een aangename samenwerking met de opdrachtgever, en een maatschappelijk zeer relevant project.
Het werkplezier straalt van jullie af, wat een gevarieerde activiteiten! En nu zijn we ook nieuwsgierig naar wat er zoal in jullie leven buiten TML gebeurt?
Bart: Naast vader zijn ondersteun ik soms ook mee de zaak van mijn vrouw. Ze heeft een winkel-eetbar waar ze lokale voedselproducten aan de man brengt. Ook FairTrade en verpakkingsvrije producten (waarbij je zelf je eigen potjes meebrengt om aan te vullen) worden verkocht. Ik ga ook graag wandelen. Zo zit ik met één been ook in een vereniging die werk maakt van het openen van gemeentewegen wanneer de toegang daartoe door private eigenaars belemmerd wordt. We baseren ons hiervoor op de Atlas der Buurtwegen; dit zijn goed opgetekende wegen die allemaal nummers en namen hebben gekregen. Deze atlas geldt nog altijd als referentie volgens de wet om gemeentewegen (buurtwegen) op private eigendom op te sporen. Daar mag iedereen wandelen.
Roeland: Ik ben sinds mijn 16e heel actief in tennis: ik geef tennisles, ben voorzitter van onze tennisclub TC Roosendael en ben internationaal scheidsrechter. Vorige zomer ben ik zo een tiental weken weggeweest. Af en toe speel ik zelf nog wat en ik probeer ook weer meer te fietsen, bijvoorbeeld van en naar het werk. Ik heb vroeger nog gevoetbald en kijk reikhalzend uit naar de TML-middagvoetbalsessies.
Inge: Ik wandel heel graag. Van zodra het terug kan, maak ik ook graag terug grotere reizen (zoals bijvoorbeeld naar Indië); corona heeft daar de laatste jaren een stokje voor gestoken.
Bedankt voor jullie tijd. Het was echt tof om dit gesprek met jullie te voeren!
